Sjabloon:2017:9

Uit Spelregels voor tafelarbiters

ARTIKEL 9 Gang van zaken na een onregelmatigheid

A. De aandacht vestigen op een onregelmatigheid

  1. Tenzij de spelregels het verbieden, mag elke speler de aandacht vestigen op een onregelmatigheid tijdens de biedperiode, ongeacht wiens beurt het is om te bieden.
  2. Tenzij de spelregels het verbieden, mag de leider of ieder van de tegenspelers de aandacht vestigen op een onregelmatigheid die plaatsvindt tijdens het spelen. Voor een kaart die in de verkeerde richting ligt, zie artikel 65B3.
  3. Elke speler, ook de blinde, mag proberen een onregelmatigheid te voorkomen (maar de blinde is onderworpen aan de artikelen 42 en 43).
  4. De blinde mag niet de aandacht vestigen op een onregelmatigheid tot de laatste kaart van het bord gespeeld is (maar zie artikel 20F5 voor een kennelijk verkeerde uitleg door de leider).
  5. Men is niet verplicht de aandacht te vestigen op een overtreding van de spelregels, begaan door de eigen partij (zie echter artikel 20F5 voor de verbetering van een kennelijk foutieve uitleg door de partner).

B. Nadat de aandacht is gevestigd op een onregelmatigheid

  1. (a) De wedstrijdleider behoort onmiddellijk ontboden te worden nadat de aandacht is gevestigd op een onregelmatigheid.
(b) Elke speler, met inbegrip van de blinde, mag de wedstrijdleider ontbieden, nadat de aandacht is gevestigd op een onregelmatigheid.
(c) Een speler die de wedstrijdleider ontbiedt, verliest geen enkel recht waarop hij anders aanspraak zou kunnen maken.
(d) Het feit dat een speler de aandacht vestigt op een onregelmatigheid, begaan door zijn eigen partij, tast de rechten van de tegenstanders niet aan.
2. Een speler mag geen enkele actie ondernemen totdat de wedstrijdleider een volledige uitleg heeft gegeven inzake de toepasselijke rechtzetting.

C. Voortijdig herstel van een onregelmatigheid

Elk voortijdig herstel van een onregelmatigheid door de overtreder kan hem blootstellen aan een verdere rechtzetting (zie artikel 26B voor de voorspeelbeperkingen).