Sjabloon:2017:12

Uit Spelregels voor tafelarbiters

ARTIKEL 12 Bevoegdheid van de wedstrijdleider naar eigen goeddunken te handelen

A. Het recht om een arbitrale score toe te kennen

Op verzoek van een speler binnen de periode bepaald in artikel 92B of op eigen initiatief mag de wedstrijdleider een arbitrale score toekennen, als deze spelregels hem daartoe het recht geven (voor viertallenwedstrijden zie artikel 86B). Dit houdt in:
  1. De wedstrijdleider mag een arbitrale score toekennen in het voordeel van een niet-overtredende deelnemer als naar zijn oordeel deze spelregels niet in een rechtzetting voorzien voor het type overtreding dat begaan werd.
  2. De wedstrijdleider kent een kunstmatige arbitrale score toe als er geen mogelijkheid is tot herstel waardoor het bord nog normaal gespeeld kan worden (zie artikel 12C2).
  3. De wedstrijdleider mag een arbitrale score toekennen als er een onjuiste rechtzetting van een onregelmatigheid heeft plaatsgehad.

B. Bedoeling van een arbitrale score

  1. De bedoeling van het toekennen van een arbitrale score is de schade die een niet-overtredende partij heeft opgelopen, te herstellen en het voordeel dat een overtredende partij uit zijn overtreding behaald heeft, weg te nemen. Er is schade als een niet-overtredende partij een resultaat behaalt dat door een overtreding slechter is dan het resultaat dat verwacht mocht worden als de overtreding niet had plaatsgevonden – maar zie C1b.
  2. De wedstrijdleider mag geen arbitrale score toekennen uit de overweging dat de rechtzetting die in de spelregels is bepaald, onevenredig zwaar of voordelig is voor een der partijen.

C. Het toekennen van een arbitrale score

1.
(a) Als de wedstrijdleider door deze spelregels gerechtigd is een score aan te passen na een overtreding en hij in staat is een vervangende score te geven, doet hij dat. Deze score vervangt de score die op dit spel behaald werd.
(b) Bij het toekennen van een vervangende arbitrale score moet de wedstrijdleider trachten zo goed mogelijk te bepalen wat het waarschijnlijke resultaat op het bord geweest zou zijn zonder de overtreding.
(c) Een vervangende arbitrale score mag een gewogen gemiddelde zijn van een aantal mogelijke resultaten, maar alleen resultaten die op een reglementaire manier konden worden bereikt mogen in aanmerking genomen worden.
(d) Als de mogelijkheden erg talrijk of niet duidelijk zijn, mag de wedstrijdleider een kunstmatige arbitrale score toekennen (zie C2 hieronder).
(e) Als de niet-overtredende partij na de onregelmatigheid bijdraagt aan haar eigen schade door een zeer ernstige fout (die geen verband houdt met de overtreding) of door een speculatieve actie waarbij ze erop rekent dat die, indien niet succesvol, door een rechtzetting hersteld zou kunnen worden, dan:
(i) krijgt de overtredende partij de score die haar toegekend zou zijn op basis van de rechtzetting van de onregelmatigheid.
(ii) krijgt de niet-overtredende partij geen herstel voor het deel van de schade dat ze zelf veroorzaakt heeft.
2.
(a) Als ten gevolge van een onregelmatigheid geen resultaat kan worden behaald [zie ook C1(d)], kent de wedstrijdleider een kunstmatige arbitrale score toe in overeenstemming met de mate waarin de partijen verantwoordelijk zijn voor de onregelmatigheid: gemiddelde-min (ten hoogste 40% van het totaal aan matchpunten in parenwedstrijden) aan een deelnemer die onmiskenbaar in overtreding is; gemiddelde (50% in parenwedstrijden) aan een deelnemer die slechts tot op zekere hoogte in overtreding is; gemiddelde-plus (ten minste 60% in parenwedstrijden) aan een deelnemer die op geen enkele wijze in overtreding is.
(b) Als de wedstrijdleider ervoor kiest om als kunstmatige arbitrale score een gemiddelde-plus of gemiddelde-min in IMPs te geven, dan is die score plus 3 IMPs, resp. min 3 IMPs. Als het Bondsbestuur akkoord gaat, mag de toernooiorganisator andere scores bepalen, zoals voorzien in de artikelen 78D, 86B3 en (d) hieronder.
(c) De voorgaande bepalingen gelden niet voor een niet overtredende deelnemer die over de hele zitting meer dan 60% van de matchpunten behaalt of voor een overtredende deelnemer die over de hele zitting minder dan 40% van de matchpunten behaalt (of het equivalent in IMPs). Deze deelnemers krijgen het percentage (of het equivalent in IMPs) dat ze behaald hebben op de andere borden van die zitting.
(d) Als een deelnemer geen resultaat haalt op verschillende borden van dezelfde zitting, mag het Bondsbestuur bepalen dat de toegekende scores op elk van de daarna te spelen borden kunnen afwijken van wat voorgeschreven is in (a) en (b) hierboven.
3.
In individuele wedstrijden past de wedstrijdleider de rechtzettingen van de spelregels en de bepalingen omtrent het toekennen van een arbitrale score gelijkelijk toe op beide spelers van de overtredende partij, ook al is slechts een van hen verantwoordelijk voor de onregelmatigheid. De wedstrijdleider mag echter geen procedurele straf aan de partner van de overtreder opleggen als naar zijn mening deze partner op geen enkele manier blaam treft.
4.
Als de wedstrijdleider niet-complementaire arbitrale scores (zie artikel 12C) toekent in wedstrijden volgens een afvalsysteem, wordt van iedere deelnemer de score op het bord apart berekend en het gemiddelde ervan wordt aan beide deelnemers toegekend.