Sjabloon:1959:Inhoudsopgave 1959

Uit Spelregels voor tafelarbiters
(Doorverwezen vanaf Sjabloon:1959:Inhoudsopgave)

INHOUD.

DE STREKKING VAN HET REGLEMENT.
HOOFDSTUK I OMSCHRIJVINGEN.
HOOFDSTUK 1I INLEIDENDE BEPALINGEN. Art. 1 t/m 9
Art. 1. Het spel der kaarten, de volgorde der kaarten en der kleuren.
Art. 2. De wedstrijdborden.
Art. 3. Aanduiding der tafels en toewijzing der plaatsen.
Art. 4- 6. Het schudden en het geven.
Art. 7-8. Het neerleggen van de borden. Het uitnemen van de kaarten. Het tonen van een kaart, voordat het bieden begint.
Art. 9. Verplichting de kaarten te tellen.
HOOFDSTUK III ALGEMENE BEPALINGEN BETREFFENDE ONREGELMATIGHEDEN. Art.10 t/m 20
Art. 10. De aandacht vestigen op een onregelmatigheid.
Art. 11-13. Het vorderen en bekrachtigen van een straf.
Art. 14-16. Het toekennen van een arbitrale score.
Art. 17-18. Onjuist aantal kaarten.
Art. 19. Het spelen van een verkeerd spel.
Art. 20. Ongeoorloofde inlichtingen.
HOOFDSTUK IV HET BIEDEN. Art. 21 t/m 43
HET BIEDEN. Art.21 t/m 26
Art. 21. De duur van het bieden.
Art. 22. Gang van zaken, nadat het bieden is gesloten.
Art. 23. Het bod.
Art. 24-25. Doublet en redoublet.
Art. 26. Een getoonde kaart tijdens het bieden.
ONJUISTE BIEDINGEN. Art. 27 t/m 40
Art. 27. Onjuiste bieding. ontijdig gevolgd door een in goede volgorde gedane bieding.
Art. 28-29. Wijziging van een bieding.
Art. 30. Onvoldoend bod.
Art. 31-33. Voor de beurt bieden.
Art. 34. Gelijktijdig bieden.
Art. 35. Bij het doubleren een verkeerd bod noemen.
Art. 36-37. Doubleren, terwijl er slechts gepast of geboden mag worden.
Art. 38. Bieden, doubleren of redoubleren, terwijl men moet passen. Een bod van meer dan zeven trekken.
Art. 39. Een bieding, die volgens meer dan één bepaling onjuist is.
Art. 40. Een bieding. nadat het bieden is gesloten.
Art. 41-42. HERHALING VAN HET BIEDEN.
Art. 43. AFSPRAKEN TUSSEN DE MAATS.
HOOFDSTUK V HET SPELEN. Art. 44 t/m 89
HET SPELEN. Art. 44 t/m 46
Art. 44. Het begin van het spelen.
Art. 45. De rechten van de blinde. Het ongeoorloofd bijspelen of aanwijzen van een kaart door de blinde.
Art. 46. Handelingen waardoor de blinde zijn rechten verbeurt.
HET VOORSPELEN EN HET BIJSPELEN. Art. 47 t/m 62
Art. 47-49. Volgorde en verloop van het spelen.
Art. 50-52. Gespeelde kaart.
Art. 53. Terugnemen van een gespeelde kaart.
Art. 54. Voor de beurt spelen door een tegenspeler.
Art. 55-57. Ten onrechte voorspelen.
Art. 58. Gelijktijdig voor- of bijspelen.
Art. 59. Niet kunnen voor- of bijspelen zoals vereist is.
Art. 60-62. Spelen, voordat een straf is bekrachtigd.
GETOONDE KAARTEN. Art. 63 t/m 70
Art. 63-66. De leider toont één of meer kaarten.
Art. 67. Een tegenspeler toont één of meer kaarten.
Art. 68-69. Behandeling van een strafkaart.
Art. 70. Een tegenspeler toont ten onrechte al zijn kaarten.
HET VERZAKEN. Art. 71 t/m 76
Art. 71. Informeren naar een mogelijke verzaking.
Art. 72-73. Herstel van een verzaking.
Art. 74. Handelingen, die een verzaking voldongen maken.
Art. 75-76. Gang van zaken na een voldongen verzaking.
SLAGEN. Art. 77 t/m 83
Art. 77. Rangschikken van de slagen.
Art. 78-79. Inzien van slagen.
Art. 80-81. Een slag met een onjuist aantal kaarten.
Art. 82. Bij vergissing toegeëigende slag.
NIET VOLDOEN AAN EEN STRAF. Art. 83
Art. 83. NIET VOLDOEN AAN EEN STRAF.
OPEISEN EN AFSTAAN VAN SLAGEN. Art. 84 t/m 89
Art. 84. Afstaan van een slag, die niet kan worden verloren.
Art. 85. Afstaan van een gewonnen slag.
Art. 86-87. Opeisen of afstaan van slagen door een tegenspeler.
Art. 88. Opeisen of afstaan van slagen door de leider.
Art. 89. Beslissing over een betwiste eis.
BIED- EN SPEELMANIEREN.
HOOFDSTUK VI DE UITSLAG. Art. 90 t/m 107
Art. 90. De Administrateur.
Art. 91-92. Verantwoordelijkheid van de spelers voor het noteren.
Art. 93. Noteren van de resultaten.
Art. 94. De puntentabel.
Art. 95. De taak van de administrateur. De officiële uitslag.
Art. 96-99. Tijdslimiet voor het herstellen van fouten in de noteringen.
Art. 100. Matchpuntberekening bij parenwedstrijden en persoonlijke wedstrijden.
Art. 101. Matchpuntberekening bij viertallenwedstrijden.
Art. 102. Bepaling van de winnaar bij wedstrijden met toekenning van matchpunten.
Art. 103. Bepaling van de winnaar bij wedstrijden met waardering volgens totaalpunten.
Art. 104. Gelijk spel.
Art. 105. Bepaling van de winnaars bij gelijk spel bij parenwedstrijden en persoonlijke wedstrijden.
Art. 106. Bepaling van de winnaars bij gelijk spel bij viertallenwedstrijden met toekenning van matchpunten.
Art. 107. Bepaling van de winnaar bij gelijk spel bij viertallenwedstrijden met waardering volgens totaalpunten.
HOOFDSTUK VII. Art. 108
Art. 108. DE ORGANISATIE DIE DE WEDSTRIJD UITSCHRIJFT EN HET WEDSTRIJDCOMITÉ. Art. 108
HOOFDSTUK VIII DE WEDSTRIJDLEIDER. Art. 109 t/m 123
Art. 109. De taak van de wedstrijdleider.
Art. 110. Het herstellen van onregelmatigheden.
Art. 111. De aandacht vestigen op het recht tot protest.
Art. 112. Beslissing als de feiten vaststaan.
Art. 113. Beslissing als de feiten betwist worden.
Art. 114-115. Toekenning van een arbitrale score bij viertallenwedstrijden. Vervanging van een spel.
Art. 116-119. Gang van zaken, als de kaarten van een bord zijn verwisseld.
Art. 120. Facultatieve bevoegdheden.
Art. 121. Straffen bij persoonlijke wedstrijden.
Art. 122. Disciplinaire straffen.
Art. 123. Schorsing en uitsluiting van spelers.
HOOFDSTUK IX. Art. 124 t/m 130
Art. 124-130. PROTESTEN.
BEPALINGEN VAN DE EUROPEAN BRIDGE LEAGUE. Art. 131 t/m 139
Art. 131. Verhouding tussen het wedstrijdcomité en de wedstrijdleider.
Art. 132. Selectie-zittingen.
Art. 133-135. Plaatsvervangers.
Art. 136-137. Invallers bij parenwedstrijden en persoonlijke wedstrijden.
Art. 138-139. Invallers bij viertallenwedstrijden.