Hoofdstuk IV Algemene bepalingen betreffende onregelmatigheden

Uit Spelregels voor tafelarbiters

ARTIKEL 9 Gang van zaken na een onregelmatigheid

A. De aandacht vestigen op een onregelmatigheid

  1. Tenzij de spelregels het verbieden, mag elke speler de aandacht vestigen op een onregelmatigheid tijdens de biedperiode, ongeacht wiens beurt het is om te bieden.
  2. Tenzij de spelregels het verbieden, mag de leider of ieder van de tegenspelers de aandacht vestigen op een onregelmatigheid die plaatsvindt tijdens het spelen. Voor een kaart die in de verkeerde richting ligt, zie artikel 65B3.
  3. Elke speler, ook de blinde, mag proberen een onregelmatigheid te voorkomen (maar de blinde is onderworpen aan de artikelen 42 en 43).
  4. De blinde mag niet de aandacht vestigen op een onregelmatigheid tot de laatste kaart van het bord gespeeld is (maar zie artikel 20F5 voor een kennelijk verkeerde uitleg door de leider).
  5. Men is niet verplicht de aandacht te vestigen op een overtreding van de spelregels, begaan door de eigen partij (zie echter artikel 20F5 voor de verbetering van een kennelijk foutieve uitleg door de partner).

B. Nadat de aandacht is gevestigd op een onregelmatigheid

  1. (a) De wedstrijdleider behoort onmiddellijk ontboden te worden nadat de aandacht is gevestigd op een onregelmatigheid.
(b) Elke speler, met inbegrip van de blinde, mag de wedstrijdleider ontbieden, nadat de aandacht is gevestigd op een onregelmatigheid.
(c) Een speler die de wedstrijdleider ontbiedt, verliest geen enkel recht waarop hij anders aanspraak zou kunnen maken.
(d) Het feit dat een speler de aandacht vestigt op een onregelmatigheid, begaan door zijn eigen partij, tast de rechten van de tegenstanders niet aan.
2. Een speler mag geen enkele actie ondernemen totdat de wedstrijdleider een volledige uitleg heeft gegeven inzake de toepasselijke rechtzetting.

C. Voortijdig herstel van een onregelmatigheid

Elk voortijdig herstel van een onregelmatigheid door de overtreder kan hem blootstellen aan een verdere rechtzetting (zie artikel 26B voor de voorspeelbeperkingen).

ARTIKEL 10 Het bepalen van een rechtzetting

A. Het recht te bepalen welke rechtzetting moet plaatsvinden

Alleen de wedstrijdleider heeft het recht te bepalen welke rechtzetting moet plaatsvinden. Spelers hebben niet het recht op eigen initiatief rechtzettingen te bepalen of daarvan af te zien (zie artikel 81C5).

B. Het ongedaan maken van het bepalen of afzien van rechtzetting

De wedstrijdleider kan elk bepalen of afzien van rechtzetting door de spelers buiten hem om, handhaven of annuleren.

C. Keuze na een onregelmatigheid

  1. Wanneer deze spelregels een keuze openlaten na een onregelmatigheid, dient de wedstrijdleider alle keuzemogelijkheden duidelijk te maken.
  2. Indien een speler na een onregelmatigheid een keuzemogelijkheid heeft, moet hij zijn keuze maken zonder overleg met zijn partner.
  3. Wanneer deze spelregels de niet-overtredende partij een keuzemogelijkheid bieden na een door een tegenstander begane onregelmatigheid, is het correct de meest voordelige keuze te maken.
  4. Voor zover niet in strijd met artikel 16C2 mogen de overtreders na rechtzetting van hun overtreding een voor hen gunstige bieding of speelwijze kiezen, ook al lijken zij hiermee voordeel te trekken uit hun eigen overtreding (maar zie artikel 27 en 72C).

ARTIKEL 11 Het verlies van het recht op rechtzetting

A. Het ondernemen van actie door de niet-overtredende partij

Het recht op rechtzetting van een onregelmatigheid kan verloren gaan als een speler van de niet-overtredende partij enige actie onderneemt vóór het ontbieden van de wedstrijdleider. Als een partij bevoordeeld is door verdere actie, ondernomen door een tegenstander die niet op de hoogte was van de bepalingen in het toepasselijke artikel, past de wedstrijdleider alleen de score van die partij aan door het desbetreffende voordeel weg te nemen. De andere partij behoudt de score die aan tafel werd behaald.

B. Straf na het verloren gaan van het recht op rechtzetting

Zelfs nadat het recht op rechtzetting verloren is gegaan volgens dit artikel, kan de wedstrijdleider een procedurele straf opleggen (zie artikel 90).

ARTIKEL 12 Bevoegdheid van de wedstrijdleider naar eigen goeddunken te handelen

A. Het recht om een arbitrale score toe te kennen

Op verzoek van een speler binnen de periode bepaald in artikel 92B of op eigen initiatief mag de wedstrijdleider een arbitrale score toekennen, als deze spelregels hem daartoe het recht geven (voor viertallenwedstrijden zie artikel 86B). Dit houdt in:
  1. De wedstrijdleider mag een arbitrale score toekennen in het voordeel van een niet-overtredende deelnemer als naar zijn oordeel deze spelregels niet in een rechtzetting voorzien voor het type overtreding dat begaan werd.
  2. De wedstrijdleider kent een kunstmatige arbitrale score toe als er geen mogelijkheid is tot herstel waardoor het bord nog normaal gespeeld kan worden (zie artikel 12C2).
  3. De wedstrijdleider mag een arbitrale score toekennen als er een onjuiste rechtzetting van een onregelmatigheid heeft plaatsgehad.

B. Bedoeling van een arbitrale score

  1. De bedoeling van het toekennen van een arbitrale score is de schade die een niet-overtredende partij heeft opgelopen, te herstellen en het voordeel dat een overtredende partij uit zijn overtreding behaald heeft, weg te nemen. Er is schade als een niet-overtredende partij een resultaat behaalt dat door een overtreding slechter is dan het resultaat dat verwacht mocht worden als de overtreding niet had plaatsgevonden – maar zie C1b.
  2. De wedstrijdleider mag geen arbitrale score toekennen uit de overweging dat de rechtzetting die in de spelregels is bepaald, onevenredig zwaar of voordelig is voor een der partijen.

C. Het toekennen van een arbitrale score

1.
(a) Als de wedstrijdleider door deze spelregels gerechtigd is een score aan te passen na een overtreding en hij in staat is een vervangende score te geven, doet hij dat. Deze score vervangt de score die op dit spel behaald werd.
(b) Bij het toekennen van een vervangende arbitrale score moet de wedstrijdleider trachten zo goed mogelijk te bepalen wat het waarschijnlijke resultaat op het bord geweest zou zijn zonder de overtreding.
(c) Een vervangende arbitrale score mag een gewogen gemiddelde zijn van een aantal mogelijke resultaten, maar alleen resultaten die op een reglementaire manier konden worden bereikt mogen in aanmerking genomen worden.
(d) Als de mogelijkheden erg talrijk of niet duidelijk zijn, mag de wedstrijdleider een kunstmatige arbitrale score toekennen (zie C2 hieronder).
(e) Als de niet-overtredende partij na de onregelmatigheid bijdraagt aan haar eigen schade door een zeer ernstige fout (die geen verband houdt met de overtreding) of door een speculatieve actie waarbij ze erop rekent dat die, indien niet succesvol, door een rechtzetting hersteld zou kunnen worden, dan:
(i) krijgt de overtredende partij de score die haar toegekend zou zijn op basis van de rechtzetting van de onregelmatigheid.
(ii) krijgt de niet-overtredende partij geen herstel voor het deel van de schade dat ze zelf veroorzaakt heeft.
2.
(a) Als ten gevolge van een onregelmatigheid geen resultaat kan worden behaald [zie ook C1(d)], kent de wedstrijdleider een kunstmatige arbitrale score toe in overeenstemming met de mate waarin de partijen verantwoordelijk zijn voor de onregelmatigheid: gemiddelde-min (ten hoogste 40% van het totaal aan matchpunten in parenwedstrijden) aan een deelnemer die onmiskenbaar in overtreding is; gemiddelde (50% in parenwedstrijden) aan een deelnemer die slechts tot op zekere hoogte in overtreding is; gemiddelde-plus (ten minste 60% in parenwedstrijden) aan een deelnemer die op geen enkele wijze in overtreding is.
(b) Als de wedstrijdleider ervoor kiest om als kunstmatige arbitrale score een gemiddelde-plus of gemiddelde-min in IMPs te geven, dan is die score plus 3 IMPs, resp. min 3 IMPs. Als het Bondsbestuur akkoord gaat, mag de toernooiorganisator andere scores bepalen, zoals voorzien in de artikelen 78D, 86B3 en (d) hieronder.
(c) De voorgaande bepalingen gelden niet voor een niet overtredende deelnemer die over de hele zitting meer dan 60% van de matchpunten behaalt of voor een overtredende deelnemer die over de hele zitting minder dan 40% van de matchpunten behaalt (of het equivalent in IMPs). Deze deelnemers krijgen het percentage (of het equivalent in IMPs) dat ze behaald hebben op de andere borden van die zitting.
(d) Als een deelnemer geen resultaat haalt op verschillende borden van dezelfde zitting, mag het Bondsbestuur bepalen dat de toegekende scores op elk van de daarna te spelen borden kunnen afwijken van wat voorgeschreven is in (a) en (b) hierboven.
3.
In individuele wedstrijden past de wedstrijdleider de rechtzettingen van de spelregels en de bepalingen omtrent het toekennen van een arbitrale score gelijkelijk toe op beide spelers van de overtredende partij, ook al is slechts een van hen verantwoordelijk voor de onregelmatigheid. De wedstrijdleider mag echter geen procedurele straf aan de partner van de overtreder opleggen als naar zijn mening deze partner op geen enkele manier blaam treft.
4.
Als de wedstrijdleider niet-complementaire arbitrale scores (zie artikel 12C) toekent in wedstrijden volgens een afvalsysteem, wordt van iedere deelnemer de score op het bord apart berekend en het gemiddelde ervan wordt aan beide deelnemers toegekend.

ARTIKEL 13 Onjuist aantal kaarten 1)

A. Geen bieding gedaan

Als geen van de spelers met een onjuist aantal kaarten een bieding gedaan heeft:
  1. moet de wedstrijdleider de hand herstellen en als dan geen enkele speler een kaart van een andere speler gezien heeft, bepaalt hij dat het bord normaal gespeeld wordt.
  2. Als de wedstrijdleider constateert dat een of meer handen van een bord een onjuist aantal kaarten bevatten en een speler een of meer kaarten van een andere speler gezien heeft, laat hij het bord spelen en het resultaat noteren. Als hij daarna van oordeel is dat de bijkomende informatie het resultaat op het bord beïnvloed heeft, moet de wedstrijdleider een arbitrale score toekennen [zie art. 12C1(b)] en kan hij een overtreder bestraffen.

B. Ontdekt tijdens het bieden of spelen

Als de wedstrijdleider constateert dat de hand van een speler oorspronkelijk meer dan dertien kaarten bevatte terwijl een andere speler een aantal kaarten minder bezat en een speler met een onjuiste hand een bieding heeft gedaan:
  1. Als de wedstrijdleider van oordeel is dat het bord normaal gespeeld kan worden, herstelt hij het bord en laat het zonder verandering van biedingen spelen. Na het spelen kan de wedstrijdleider alsnog een arbitrale score toekennen.
  2. In alle andere gevallen moet de wedstrijdleider een arbitrale score toekennen [zie art. 12C1(b) ] en kan hij een overtreder bestraffen.

C. Overtollige kaart

Overtollige kaarten maken geen deel uit van het spel en worden verwijderd. Het bieden en het spelen gaan door zonder verdere rechtzetting. Er mag geen arbitrale score toegekend worden, tenzij een dergelijke kaart in een reeds voltooide slag gespeeld werd.

D. Na afloop van het spelen

Wanneer na afloop van het spelen vastgesteld wordt dat de hand van een speler oorspronkelijk meer dan dertien kaarten bevatte, terwijl een andere speler een aantal kaarten minder bezat, moet het resultaat geannuleerd worden. Er wordt een arbitrale score toegekend (artikel 86B kan van toepassing zijn). Een overtreder kan een procedurele straf worden opgelegd.

1) Dit artikel is van toepassing als een of meer handen meer dan dertien kaarten bevatten. Zie artikel 14 in het geval van een incompleet spel.

ARTIKEL 14 Ontbrekende kaart

A. Incomplete hand geconstateerd voordat het spelen begint

Als vóór de opengelegde uitkomst blijkt dat een of meer handen minder dan dertien kaarten bevatten maar geen hand meer dan dertien, stelt de wedstrijdleider een onderzoek in naar elke ontbrekende kaart en:
  1. als de kaart gevonden wordt, wordt zij toegevoegd aan de incomplete hand;
  2. als de kaart niet gevonden kan worden, reconstrueert de wedstrijdleider het spel zo goed mogelijk, met gebruikmaking van een ander spel kaarten;
  3. het bieden en het spelen gaan normaal door zonder wijziging van de gedane biedingen; alle kaarten die behoren tot de herstelde hand, worden verondersteld voortdurend deel te hebben uitgemaakt van de herstelde hand.

B. Incomplete hand geconstateerd na de aanvang van het spelen

Als op enig moment nadat de uitkomst open op tafel gelegd is (tot aan het einde van de periode waarin verbeterd mag worden), blijkt dat een of meer handen minder dan dertien kaarten bevatten maar geen hand meer dan dertien, stelt de wedstrijdleider een onderzoek in naar elke ontbrekende kaart en:
  1. als de kaart gevonden wordt tussen de gespeelde kaarten, is artikel 67 van toepassing;
  2. als de kaart ergens anders gevonden wordt, wordt ze toegevoegd aan de incomplete hand. Rechtzettingen en strafbepalingen kunnen van toepassing zijn (zie B4 hieronder);
  3. als de kaart niet gevonden wordt, wordt het spel zo goed mogelijk gereconstrueerd met een ander spel kaarten. Rechtzettingen en strafbepalingen kunnen van toepassing zijn (zie B4 hieronder);
  4. een kaart die volgens de bepalingen onder punt B van dit artikel toegevoegd wordt aan een hand, wordt geacht steeds deel uitgemaakt te hebben van de incomplete hand. Deze kaart kan een strafkaart worden. Indien de toegevoegde kaart eerder had moeten worden gespeeld, is dit verzuim een verzaking.

C. Informatie van toevoegen van kaart

De wetenschap dat een kaart werd toegevoegd, is ongeoorloofde informatie voor de partner van de speler wiens hand een onjuist aantal kaarten bevatte.

ARTIKEL 15 Verkeerd bord of verkeerde hand

A. Kaarten van een verkeerd bord

1. Een bieding wordt geannuleerd (samen met alle volgende biedingen) als ze door een speler gedaan werd met de kaarten van een verkeerd bord.
2.   (a) Als de partner van de overtreder daarna een bieding heeft gedaan, moet de wedstrijdleider een arbitrale score geven.
(b) Zo niet, dan doet de overtreder een bieding na de juiste hand te hebben ingezien en het bieden gaat vanaf dat punt normaal verder.
(c) Artikel 16C is van toepassing op elke ingetrokken of geannuleerde bieding.
3. Als de overtreder daarna zijn bieding herhaalt op het bord waaruit hij ten onrechte zijn kaarten had genomen, mag de wedstrijdleider toestaan dat het bord normaal gespeeld wordt, maar hij moet een arbitrale score geven als de bieding van de overtreder verschilt 1) van zijn oorspronkelijke geannuleerde bieding.
4. Bovenop de rechtzettingen hierboven kan een procedurele straf (artikel 90) worden opgelegd.

1) Een vervangende bieding verschilt als de betekenis duidelijk anders is of als het een psychologische bieding is.

B. Verkeerd bord ontdekt tijdens de bied- of speelperiode

Als de wedstrijdleider na de aanvang van de biedperiode ontdekt dat een deelnemer een bord speelt dat in die ronde niet voor hem bestemd is, dan:
  1. Als een of meer spelers aan de tafel het bord al gespeeld hebben, al dan niet tegen de juiste tegenstanders, wordt het bord geannuleerd zowel voor zijn partij als voor zijn tegenstanders.
  2. Als geen van de vier spelers het bord al gespeeld heeft, laat de wedstrijdleider het bieden en spelen voltooien. Hij laat het resultaat staan en kan beide paren verplichten het juiste bord later nog tegen elkaar te spelen.
  3. De wedstrijdleider moet een kunstmatige arbitrale score toekennen [zie artikel 12C2(a)] aan elke deelnemer die niet in de gelegenheid is geweest een geldige score te behalen.

2) Dit artikel is alleen van toepassing in paren- en individuele toernooien – zie artikel 86B voor viertallenwedstrijden.

ARTIKEL 16 Geoorloofde en ongeoorloofde informatie

A. Gebruik van informatie door de spelers

1. Een speler mag informatie bij het bieden of spelen gebruiken als:
(a) de informatie voortkomt uit het reglementaire bieden en spelen van het desbetreffende bord (met inbegrip van onreglementair bieden en spelen dat geaccepteerd werd) en niet beïnvloed is door ongeoorloofde informatie van een andere bron; of
(b) het geoorloofde informatie is uit een ingetrokken handeling (zie C); of
(c) het informatie is die in een artikel of regeling als geoorloofd is aangemerkt, of, indien niet anders bepaald, voortkomt uit reglementaire procedures die in deze spelregels of regelingen als geoorloofd zijn aangemerkt (maar zie verder B1); of
(d) het informatie is die de speler bezat voordat hij zijn hand uit het bord nam (artikel 7B) en de spelregels het gebruik van deze informatie niet verbieden.
2. Spelers mogen ook rekening houden met de inschatting van hun eigen score, het gedrag van de tegenstanders en de toernooibepalingen.

B. Anderszins verkregen informatie van de zijde van de partner

  1. Elke anderszins (anders dan bepaald in artikel 16A) verkregen informatie van de partner die een bieding of een speelwijze zou kunnen suggereren, is ongeoorloofd. Voorbeelden daarvan zijn opmerkingen, antwoorden op vragen, onverwachte alerts of het niet alerteren, een onmiskenbare aarzeling, ongewone snelheid, bijzondere nadruk, intonatie, gebaar, beweging of hebbelijkheid.
    (a) Een speler mag geen bieding of speelwijze kiezen die onloochenbaar gesuggereerd is boven een andere, als die andere bieding of speelwijze een logisch alternatief is.
    (b) Een logisch alternatief is een actie die een significant gedeelte van spelers van vergelijkbaar niveau als de betrokken speler, met dezelfde afspraken in het partnership, ernstig overweegt en die sommigen zouden kunnen verkiezen.
  2. Als een speler van oordeel is dat een tegenstander dergelijke informatie heeft verschaft en hij de kans groot acht dat hij benadeeld kan worden, mag hij aankondigen, tenzij het Bondsbestuur 1) het verbiedt (wat kan betekenen dat de wedstrijdleider geroepen moet worden), dat hij zich het recht voorbehoudt de wedstrijdleider op een later tijdstip te ontbieden (de tegenstanders behoren de wedstrijdleider onmiddellijk te ontbieden als zij de eventuele overdracht van ongeoorloofde informatie bestrijden).
  3. Wanneer een speler gegronde redenen heeft om aan te nemen dat een tegenstander die een redelijk alternatief had, gekozen heeft voor een actie die was gesuggereerd door dergelijke informatie, behoort hij de wedstrijdleider na het spel 2) te ontbieden. De wedstrijdleider moet een arbitrale score toekennen (zie artikel 12C1) als hij van oordeel is dat de overtreding resulteerde in een voordeel voor de overtreder.

1) Het Bondsbestuur heeft dit niet verboden.
2) Het is geen overtreding de wedstrijdleider vroeger of later te ontbieden.

C. Informatie uit ingetrokken handelingen

Ingeval een bieding of spelen conform de spelregels ingetrokken wordt, geldt:
  1. Voor een niet-overtredende partij is alle informatie geoorloofd die voortkomt uit een ingetrokken handeling, ongeacht welke partij deze handeling heeft verricht.
  2. Voor een overtredende partij is informatie die voortkomt uit een ingetrokken handeling van de eigen partij of uit ingetrokken handelingen van de niet-overtredende partij, niet geoorloofd. Een speler van een overtredende partij mag geen bieding of speelwijze kiezen die onloochenbaar gesuggereerd is boven een andere, als die andere bieding of speelwijze een logisch alternatief is.
  3. De wedstrijdleider moet een arbitrale score toekennen (zie artikel 12C1) als hij van oordeel is dat een overtreding van C2 hierboven de niet-overtredende partij heeft benadeeld.

D. Anderszins verkregen informatie uit andere bronnen

  1. Wanneer een speler onbedoeld op een andere manier dan bepaald in artikel 16A informatie ontvangt over een bord dat hij speelt of nog moet spelen, behoort de wedstrijdleider onmiddellijk op de hoogte gesteld te worden, bij voorkeur door degene die de inlichtingen heeft ontvangen. Als ongeoorloofde informatie in deze zin worden onder meer beschouwd: het inzien van een verkeerde hand, het horen van biedingen, resultaten of opmerkingen, het zien van kaarten aan een andere tafel of, voordat het bieden begint, het zien van een kaart die aan een andere speler aan de eigen tafel toebehoort (zie ook artikel 13A).
  2. Als de wedstrijdleider van oordeel is dat de informatie waarschijnlijk de normale voortgang van het spel zal verhinderen, mag hij voordat er een bieding gedaan is:
(a) de plaatsen van de spelers aanpassen, als het type wedstrijd en de wijze van scoren dit toelaten, zodanig dat de speler die informatie bezit over een bepaalde hand, deze hand zal krijgen; of
(b) als de vorm van de wedstrijd het toelaat, voorschrijven dat het bord opnieuw gedeeld wordt voor deze deelnemers; of
(c) toelaten dat het spelen van het bord voltooid wordt; hij kent een arbitrale score toe als hij van oordeel is dat de extra ontvangen informatie het resultaat beïnvloed kan hebben; of
(d) een arbitrale score toekennen (voor viertallenwedstrijden zie artikel 86B).
  1. Als dergelijke extra informatie verkregen wordt nadat de eerste bieding is gedaan maar voordat het spelen van het bord is voltooid, beslist de wedstrijdleider als in 2(c) of 2(d) hierboven.