Arbitrageprotocollen
Inhoud
- 1 Uit de oude doos: WW19 september 1985 "Arbitreren" door Ruud Ruyg
- 2 Uit de oude doos: WW03 (september 1981): "Arbiter's wederwaardigheden" door Ton Kooyman
- 3 Algemeen Arbitrage Protocol (AAP)
- 4 Specifieke onregelmatigheden
- 4.1 Wijzigen bieding
- 4.2 Onvoldoende bod
- 4.3 Bieding voor de beurt
- 4.4 Uit de verkeerde hand spelen door leider
- 4.5 voor de beurt voorspelen door een tegenspeler terwijl zijn partner aan slag was
- 4.6 Tafel protocol OI
- 4.7 Tafel protocol verkeerde uitleg
- 4.8 Uitkomen door de verkeerde tegenspeler
- 4.9 Verzaking
- 5 Tafelprotocollen waar in andere protocollen naar verwezen kan worden
Uit de oude doos: WW19 september 1985 "Arbitreren" door Ruud Ruyg
Uit de oude doos: WW03 (september 1981): "Arbiter's wederwaardigheden" door Ton Kooyman
Algemeen Arbitrage Protocol (AAP)
Als U zelf meespeelt...
De Spr. voorzien niet in de meespelende arbiter (alhoewel het ook niet echt wordt verboden, zie artikel 80B2a). Maar omdat U dan ook onregelmatigheden zou moeten oplossen aan de eigen tafel, komt de eigen integriteit onder druk te staan. Om de eigen integriteit niet in gevaar te brengen is het daarom beter de regel te hanteren dat
als U meespelend bent, dan bent U aan eigen tafel altijd speler en nooit WL.
Zorg er dus voor dat als aan uw tafel gearbitreerd moet worden, dat er dan ook altijd iemand anders is die aan uw tafel kan arbitreren. Dat is ook zo omdat U anders nooit het goede voorbeeld kan geven. Het goede voorbeeld geven in deze houdt in dat als iemand de aandacht vestigt op een onregelmatigheid, dat dan de arbiter geroepen dient te worden 9B1(a).
Verder is het mogelijk dat U het spel waarin gearbitreerd moet worden, zelf nog moet spelen. Als er geen andere arbiter is voor dat spel zult U ofwel moeten arbitreren op een manier dat U zelf achteraf niet beschuldigd kan worden van OI-vergaring, ofwel zult U uwzelf achteraf een AS moeten geven.
Een andere consequentie van zelf meespelen is dat U vaak niet meteen kan komen omdat U zelf aan het bieden of spelen bent, en op de tafel waar geroepen is, lopen de gemoederen soms snel op. Zelfs als dat niet het geval is, is er toch vaak sprake van ongeduld. Wat er ook gebeurt, blijf zelf kalm, laat U niet persoonlijk raken, zet op voorhand een teflonhuid op en ga niet beledigd doen. Zorg ervoor dat U niet zelf partij wordt in een eventueel conflict, en dat spelers op Ù niets aan te merken kunnen hebben.
U wordt geroepen
Dit is hèt moment om de 3-seconden-regel van Ad Cosijn bewust te zijn. Want meestal bent U meespelende arbiter en wordt U uit een spel gehaald. Maar de focus dient op de arbitrage te liggen en nadat U geroepen bent komt er altijd een verhaal waarin in de eerste paar seconden al veel informatie wordt verteld. U mist dan veel als u zich hier niet van bewust bent.
Kom met uw boekje aan tafel (en gebruik het).
Dit zorgt ervoor dat U sneller tot een beslissing kan komen als U iets moet opzoeken, maar bij veel spelers vergroot het ook uw gezag.
Vraag wie er geroepen heeft
en ga er diagonaal tegenover staan met de tafel er tussen. Dit om te voorkomen dat er bij de andere partij een gevoel van ‘ons kent ons’ ontstaat, maar tevens ook omdat de communicatie dan min of meer automatisch voor iedereen te volgen is.
Vraag na wie als eerste op de onregelmatigheid wees. Als dat de blinde was (dat mag hij niet, 43A1(b)), vraag dan aan de andere spelers of de blinde op initiatief van de blinde 43A2(c), 43A3 een andere hand heeft ingezien, want dan 'heeft de blinde zijn rechten verloren'.
- Zo ja, dan is er geen onmiddellijke rechtzetting (43B3) en U handelt alsof U te laat voor een rechtzettingsprocedure geroepen bent (zelfde procedure als bij 11A).
- Zo nee (de blinde heeft zijn rechten niet verloren) èn de blinde ook degene is geweest die als eerste op de onregelmatigheid wees,
- vraag dan of er iemand anders aan tafel is die uw aanwezigheid op prijs stelt, en
- zo nee dan is de arbitrage afgehandeld
- (maar meestal zal de leider alsnog uw aanwezigheid aan tafel op prijs stellen).
- vraag dan of er iemand anders aan tafel is die uw aanwezigheid op prijs stelt, en
In alle andere gevallen komt er een verhaal en als dat van de blinde is, is dat niet erg.
Laat de persoon die geroepen heeft zijn/haar verhaal volledig doen en laat haar/hem niet onderbreken door de tegenpartij. (“U komt zo aan de beurt, eerst degene die heeft geroepen”).
Het nalaten van deze vraag heeft tot gevolg dat je de situatie van 43A1(b) zult missen.
Check daarna bij de tegenpartij of -de aangedragen feiten in- het verhaal kloppen.
Pas hoor en wederhoor toe. Let op de tijdlijn in het verhaal. Wat gebeurde er eerst, kunnen de feiten in de tijdlijn kloppen, en wanneer precies werd de WL geroepen.
Als feiten worden betwist, laat dan nog eens voordoen hoe die kaart werd gehouden. Wijs er op dat het de verantwoordelijkheid van de alerteerder is dat de alert gezien is. Na een [vermeende] denkpauze stel vast op welk moment je precies geroepen bent, en op welk(e) moment(en) de denkpauze(s) plaatsvond(en). Daarna laat je het bieden en spelen voortgaan, en je gebruikt achteraf eventueel de SK-’s van partijen en de spelverdeling om de waarschijnlijkheid van de denkpauze(s) vast te stellen. Als partijen het over sommige feiten het niet eens blijven, handel je uiteindelijk volgens art. 85B (“Neem een beslissing die voortgang mogelijk maakt”). Check de feiten en leg die ergens vast (foto smartphone, notitie).
Het nalaten van het voortdurend checken van aangedragen feiten zorgt ervoor dat je beschuldigd kan worden van partij kiezen. Vanzelfsprekend is dit volstrekt ongewenst.
Vraag ook altijd aan de overtreder hoe hij tot zijn actie kwam.
“Wat bezielde je toen je …”. Dat kan je niet altijd vragen als er anderen bij zijn, bijv. bij het bieden en specifiek bij de arbitrage wijzigen bieding (art. 25) moet U de overtreder hiervoor apart nemen. Meestal, 9 van de 10 keer, krijgt U als antwoord “ik zat niet op te letten” o.i.d., maar de 10e keer is het ”Hij (wijzend op tegenpartij) zei dat ik uit moest komen”, en dan geldt 47E1. Zo’n bewering check je trouwens ook weer bij tegenpartij: “Klopt dat?”. De beweegreden telt: een verpakking draagt geen OI over, maar als een tussenliggend bod niet gezien is, of er is een verandering van gedachte, dan is er wel sprake van OI.
Het nalaten van deze vraag heeft tot gevolg dat U de situatie zoals in 47E1 zal missen.
Vraag na of, nadat de onregelmatigheid waarvoor geroepen is, nog acties hebben plaatsgevonden door enige partij.
Als de niet-overtredende partij actie heeft ondernomen zodat het voor de onregelmatigheid geldende keuzeprotocol niet meer volledig uitgevoerd kan worden, dan geldt i.h.a. 11A (mogelijk leidend tot een splitscore - dat geldt overigens alleen voor die gevallen waarin de OP voor eigen rechter heeft gespeeld EN er in de Spr. voor de onregelmatigheid geen regel is, anders is de onregelmatigheid de facto geaccepteerd (16A1a)). Als het de overtredende partij is, kijk dan of 16B (OI van partner) en/of 72B aanvullend van toepassing is.
Het nalaten van deze vraag heeft tot gevolg dat je de situaties zoals beschreven in 9B2, 9C, 11A, 25B1, 27A1, 29A, 36A, 37A, 38D, 39B en 60A1 zal missen.
LET OP: een 'ingetrokken handeling' doordat de spelers aan tafel de onregelmatigheid zelf hebben opgelost is geen ingetrokken handeling conform de spelregels (want de WL was niet geroepen - wat verplicht is volgens 9A1, waarna de WL volgens 10C alle keuzemogelijkheden zou zijn gaan aanbieden), en dus kunnen de NOP dan ook geen beroep op 16C doen. In plaats daarvan is gewoon 16A1a van toepassing omdat de onregelmatigheid geaccepteerd werd.
Neem alle maatregelen die bij de rechtzettingsprocedure van de onregelmatigheid horen en leg partijen alle eventueel te maken keuzes aan spelers pas voor nádat je de consequenties van elke keuze hebt verteld.
Hiertoe bent U als WL volgens 10C verplicht. Zoek hiervoor de onregelmatigheid ook altijd even op in het boekje. Voor standaard overtredingen zijn ook de arbitreer-app “arbitreerwijzer” en het boekje “Perfect rechtgezet” beschikbaar. Bij verkeerde uitleg tijdens het bieden kunt U eventueel de partner van de bieder van tafel sturen.
Indien er uit de arbitrage voorspeelbeperkingen of strafka(a)rt(en) voortvloeien, of er zijn spelers die verplicht één of meer rondjes moeten passen,
dan moet je als WL aan tafel blijven totdat de voorspeelbeperking is opgelost, de verplichte pas(sen) zijn uitgevoerd en/of strafkaart(en) zijn opgelost. Dit alles om te voorkomen dat er nieuwe onregelmatigheden ontstaan door het niet-uitvoeren van de bedoelde maatregelen.
LET OP: Indien er zowel een voorspeelbeperking volgens 26B is, en er zowel een strafkaart is, dan moet eerst de voorspeelbeperking worden uitgevoerd, en komen pas in een volgende slag de consequenties voortvloeiende uit de strafkaart(en) aan de orde, alles uiteraard afhankelijk de keuze(s) van de leider. Voorspeelbeperking en strafkaart zijn aparte rechtzettingen! En de voorspeelbeperking van 26B geldt alleen voor de eerste maal voorspelen en moet logischerwijs dus ook het eerst uitgevoerd worden.
Leg eventueel niet-begrijpende spelers achteraf uit hoe de Spr. werken.
Dit geldt speciaal en vooral voor uitleg aan de NOP indien de WL te laat is geroepen om een rechtzetting te kunnen uitvoeren (11A).
Geef bij voorkeur altijd aan de spelers aan welke spelregelartikelen je gebruikt hebt om tot je beslissing te komen (en zeg liever “wijzigen bieding” i.p.v. art. 25). Dat vergroot het respect van de spelers voor U en kweekt bij hen ook interesse voor de Spr..
Het uitleggen van de Spr. is een taak voor de WL (aangegeven in art. 81C2).
Als men niet akkoord gaat met je genomen beslissing of deze beslissing in twijfel trekt
Als geldt dat of
- de overtredende partij niet akkoord gaat met de rechtzetting, of
- als uzelf al twijfelt over de juistheid van de beslissing, of
- U hebt naar eigen goeddunken gehandeld of
- als U een beslissing neemt terwijl er sprake is van betwiste feiten,
wijs dan de tegensputterende partij expliciet op de mogelijkheid tot protest (83). Dit doet de gemoederen vaak bedaren. Het recht op protest hebben ze volgens de Spr. trouwens altijd. (Het protest comité genoemd in 92 en 93 moet dan wel aanwezig dan wel een mogelijkheid zijn, anders is dit tamelijk zinloos.).
Een enkele keer zijn de gemoederen niet tot bedaren te brengen. Maar als U gaat dreigen met procedurele of disciplinaire straffen, bedenk dan dat
- U bereikt meestal niet dat de gemoederen bedaren en dus dat de wedstrijd normaal kan voortgaan,
- U ook bereid moet zijn die straffen uit te voeren en
- U daarmee zelf onderdeel van het conflict wordt. Straffen is dus op zich ongewenst en moet zoveel als mogelijk voorkomen worden.
Het is wellicht ook te voorkomen. Een zelfverzekerd, kordaat optreden helpt. Het goed oogcontact maken en houden met de spelers helpt. Een heldere vraagstelling aan tafel helpt. Vaak geeft deze 'opstelling' u meer gezag dan uw bevoegdheid om straffen te geven. Maar uiteindelijk, als een partij alsmaar door blijft sputteren en tegelijk ook op voorhand aankondigt niet in protest te gaan (“Je doet maar”), dan straft U in het uiterste geval disciplinair. The show must go on.
Als iemand aan het eind van de zitting naar je toekomt met een verhaal.
Naar die speler toe zijn de standaardopmerkingen dan meestal: “Waarom hebt u op dat moment niet geroepen” en “Waarom vertelt u dit niet terwijl de tegenpartij aanwezig is zodat die zich dan kunnen verdedigen, nu moet ik dit verhaal bij hen controleren, anders wordt het roddel”. En vervolgens doet U aan factchecking bij tegenpartij! Want U bent nu geroepen (zie 81C3, ook al is het vaak te laat voor scoreherstel voor de NOP - maar je neemt eventueel onterecht vergaard voordeel wel weg als de gedane beweringen juist blijken te zijn, en niet vallen binnen de standaardonregelmatigheden van bieden en spelen (want in dat geval is eventuele OI GI geworden, 16A1(a)). Voor een te laat ontdekte verzaking eventueel 64C, voor OI [Procedure: "rechten voorbehouden", 16B3, altijd wel binnen de tijdslimiet van 79C1, voor verkeerde uitleg [Procedure voor spelers: 20F4(a), 75B; procedure voor WL: 21B, 40B3, als het maar binnen tijdslimiet 79C1 is). Let erop dat bij verkeerde uitleg (en ook een onterechte non-alert valt daaronder en is verkeerde uitleg) er ook altijd (!) tegelijkertijd sprake is van OI voor de partner, en eventueel onterecht vergaard voordeel d.m.v. OI-overdracht herstel je middels 16B1(a)/16B3. Bij OI kunt U eventueel een procedurele straf opleggen via 73C2.
LET OP: De procedure van Art. 16B3 past U alleen toe voor anderszins OI van zijde partner (bijv. denkpauzes, verkeerde uitleg, grimassen, lichaamstaal, opmerkingen etc.) maar niet voor overtredingen die geaccepteerd werden en waar in de Spr. gewoon procedures voor bestaan (zoals wijzigen bieding, onvoldoende bod, uitkomst voor de beurt etc.) en die volgens de Spr. afgehandeld hadden kunnen worden, want de OI die daar uit voortvloeit valt onder 16A1(a).
Als de arbitrage via een in het Spr.-boekje beschreven standaard-rechtzettingsprocedure uit te voeren geweest zou zijn EN de sterkere OP heeft opgetreden als arbiter EN heeft het hierbij fout gedaan EN de NOP heeft zich laten overdonderen kan je middels een evt. splitscore (11A) of evt. procedurele straf (11B) eventueel vergaard voordeel bij de OP wegnemen (maar de NOP behoudt altijd zijn aan tafel behaalde score).
Als achteraf blijkt dat je onjuist gearbitreerd hebt moet je beide partijen als niet-overtredend beschouwen (82C).
Onder “onjuist gearbitreerd” wordt in deze bedoeld dat het redelijk zeker is dat een juiste arbitrage had geleid tot een ander tafelresultaat.
Een voorbeeld hiertoe:
Als U aan tafel èn vergeten bent te vragen hoe het kwam dat de overtreder voor de beurt open uitkwam, èn U hoort achteraf dat in de actuele situatie dit inderdaad op aanwijzing tegenpartij gebeurde, dan zou de rechtzettingsprocedure beslist een andere richting ingeslagen zijn, dus G+/G+ volgens 82C. Maar als U alleen maar vergeten bent te vragen waardoor de uitkomst van de verkeerde kant kwam, dan zal die arbitrage wel bij die 9 van de 10 horen waarbij de speler domweg niet zat op te letten. De arbitrage is dan nog steeds fout gegaan want ja, je bent vergeten te vragen hoe het kwam, maar nee, op voorhand geen scoreaanpassing..
Ook als U eerst een AS vaststelt voor een gespeeld spel, en U wilt terugkomen op die AS vanwege een gemaakte fout uwerzijds, dan wordt het nooit G+/G- want er is een resultaat behaald. Er is dan altijd een andere vervangende score vast te stellen, en anders geldt het tafelresultaat.
Evalueer achteraf altijd voor uzelf de arbitrage, met iemand anders of als dat niet mogelijk is, alleen.
Ga voor uzelf altijd na “Wat ging er goed, wat ging er fout”, alleen dan blijft U zichzelf verbeteren.
Specifieke onregelmatigheden
Wijzigen bieding
Onderzoek van de situatie
De wedstrijdleider wordt geroepen en een speler aan tafel deelt mee, dat hij zijn bieding wil vervangen door een andere.
1 De wedstrijdleider neemt deze speler mee buiten gehoorsafstand van de tafel.
2 De wedstrijdleider ondervraagt de speler over het geval. Wat is er verkeerd gegaan? De wedstrijdleider overtuigt zich van de juistheid van de beweringen. Daarna gaan speler en wedstrijdleider weer terug naar tafel.
3 De wedstrijdleider bepaalt of er sprake is van een onbedoelde bieding, wijzigen toegestaan, of bedoelde bieding, wijziging niet toegestaan.
Afhandeling 'onbedoelde bieding'.
4A De wedstrijdleider deelt mee aan de spelers dat er niets aan de hand is en dat de biedkaart vervangen mag worden.
5A De wedstrijdleider laat de speler de oorspronkelijke biedkaart oppakken en de nieuwe biedkaart neerleggen.
6A De wedstrijdleider laat het bieden verdergaan, de arbitrage is ten einde.
Afhandeling 'bedoelde bieding' .
4B De wedstrijdleider meldt de spelers dat de bieding niet gewijzigd mag worden en dat het bieden verdergaat.
5B Het komt nogal eens voor dat een speler zijn bieding zelf al gewijzigd heeft voordat de wedstrijdleider aan tafel is geweest. In dat geval mag de LT de wijziging accepteren, ook als er sprake is van een bedoelde bieding.
6B Als de LT de wijziging accepteert, wordt de eerste bieding ingetrokken en wordt de tweede bieding geaccepteerd. Het bieden gaat hierna voort. De wedstrijdleider wijst erop dat de partner van de overtreder geen gebruik mag maken van de informatie die is voortgekomen uit de ingetrokken bieding (art.16C) en de voorspeelbeperkingen van 26B kunnen van toepassing zijn. De WL blijft aan tafel totdat de voorspeelbeperking is opgelost.
7B Als de LT de wijziging niet accepteert, wordt de wijziging geannuleerd en wordt de oorspronkelijke bieding gehandhaafd. Het bieden gaat hierna voort. De wedstrijdleider wijst erop dat de partner van de overtreder geen gebruik mag maken van de informatie die is voortgekomen uit de geannuleerde bieding (art.16C). Daarnaast geldt er voor het ingetrokken bod een voorspeelbeperking, conform art. 26B. De WL blijft aan tafel totdat de voorspeelbeperking is opgelost.
Onvoldoende bod
De wedstrijdleider wordt aan tafel geroepen, omdat een speler een onvoldoende bod heeft gedaan (art. 27).
- De wedstrijdleider vraagt de speler die arbitrage heeft geroepen, wat er aan de hand is en laat deze speler zijn verhaal doen.
- De wedstrijdleider overtuigt zich van het geheel van de biedingen die zijn gedaan. Met biedkaarten kan dit door de op tafel liggende kaarten te bekijken.
- De wedstrijdleider vraagt de overtreder of de beweringen juist en volledig zijn. Met name zoekt de WL uit of nà het onvoldoende bod geen bieding meer is gedaan.
- Als de LT van de OT inderdaad nog een bieding heeft gedaan dan is de facto 27A1 van toepassing en gaat het bieden zonder rechtzetting verder na de gedane bieding van de LT.
- De wedstrijdleider zoekt uit of de overtreder inmiddels getracht heeft de fout zelf al te corrigeren.
- Als de overtreder inderdaad getracht heeft te corrigeren, dan wordt hij geacht zijn keus voor een vervangende bieding daarmee reeds te hebben gemaakt (art. 27C). De WL zoekt uit (apart, met OT), of nu (7A), (7B) of (7C) van deze procedure geldt. Nadat de consequenties van die keus zijn uitgelegd krijgt de opvolgende speler eerst de kans om het onvoldoende bod te accepteren.
- De wedstrijdleider ondervraagt de overtreder buiten gehoorsafstand van de tafel. De wedstrijdleider vraagt de overtreder wat hem ertoe bracht deze bieding te doen en controleert dit aan de hand van diens kaarten en eventueel de systeemkaart. De wedstrijdleider zoekt uit of het onvoldoende bod kan worden verbeterd door een vergelijkbare bieding (zie art.23) oftewel een bieding die dezelfde speelsoort(en) aanduidt of kan worden verbeterd door een bod dat dezelfde betekenis heeft. Daarna gaan beiden terug naar de tafel.
- De wedstrijdleider kiest voor
- (7A) of art. 27B1(a) (het onvoldoende bod wordt verbeterd door het laagste bod dat dezelfde speelsoort(en) aanduidt, als de ingetrokken bieding
- (7B) of art. 27B1(b) (eenvoudig gezegd: er is een bieding die dezelfde boodschap overbrengt als het onvoldoende bod: de vervangende bieding is vergelijkbaar)
- (7C) of art. 27B2 (andere situatie).
- 7A De wedstrijdleider heeft geconstateerd dat art. 27B1(a) van toepassing is
- 8A De wedstrijdleider legt uit wat de gevolgen zijn van de keuze die de LT nu gaat maken. Er wordt aangegeven, dat bij niet accepteren de overtreder nu niet mag doubleren of redoubleren. (Indien wel een doublet/redoublet, dan wordt het doublet/redoublet geannuleerd en moet partner verder passen + 26B (voorspeelbeperkingen) + 72C)
- 9A Verder geeft de wedstrijdleider aan dat als de overtreder het laagst voldoende bod doet dat dezelfde speelsoort(en) aanduidt, er verder geen rechtzetting is en dat bij een andere bieding de partner verder moet passen.
- 10A De wedstrijdleider laat de LT kiezen tussen wel accepteren en niet accepteren.
- De LT accepteert.
- Het spel gaat door vanaf het onvoldoende bod en er is geen rechtzetting (art. 27 A).
- De LT accepteert niet.
- De overtreder moet zijn onvoldoende bod terugnemen.
- De overtreder moet een bod doen dat wel voldoende is. Hij mag niet doubleren of redoubleren. Hij mag wel passen.
- Als de overtreder het laagst voldoende bod doet dat dezelfde speelsoort aanduidt, geeft de wedstrijdleider aan dat er verder geen rechtzetting is (maar de NOP wordt aangegeven dat als zij nadeel voelen a.g.v. het ingetrokken onvoldoende bod, dat zij de WL opnieuw moeten roepen (die dan bij gebleken oorzakelijk nadeel een AS vaststelt, zie art. 27D; dat zou bijv. het geval kunnen zijn indien het meteen voldoende bod forcing is, en op de verbeterde bieding wordt gepast).
- Als de overtreder een ander bod doet of past, geeft de wedstrijdleider de partner van de overtreder de opdracht op dit spel verder te passen.
- De LT accepteert.
- 7B De wedstrijdleider heeft geconstateerd dat art. 27B1(b) van toepassing is (er is een (vergelijkbare) bieding d.w.z. een bieding die dezelfde boodschap overbrengt als het onvoldoende bod)
- 8B De wedstrijdleider legt uit wat de gevolgen zijn van de keuze die de LT nu gaat maken.
- 9B Verder geeft de wedstrijdleider aan dat als de overtreder zijn bod vervangt door een bieding die dezelfde betekenis heeft als het onvoldoende bod, er verder geen rechtzetting is en dat bij een ander bod of pas de partner verder moet passen. Hij geeft aan dat
- doublet of redoublet niet is toegestaan, tenzij dat nu juist de bieding is die dezelfde betekenis heeft als het onvoldoende bod (het is een vergelijkbare bieding).
- De wedstrijdleider legt uit, dat als een tegenstander het spel straks moet afspelen, er een voorspeelbeperking zou kunnen volgen (zie protocol Voorspeelbeperkingen - art. 26).
- De WL blijft aan tafel totdat de voorspeelbeperking eventueel is opgelegd EN is opgelost (dat kan het hele spelen zijn indien de partner van degene aan wie de voorspeelbeperking is opgelegd nooit aan slag komt).
- 7C De wedstrijdleider heeft gekozen voor art. 2782 (andere situatie).
- 8C De wedstrijdleider legt uit wat de gevolgen zijn van de keuze die de LT nu gaat maken. Aangegeven wordt dat bij niet accepteren de overtreder nu niet mag doubleren of redoubleren.
- 9C Verder geeft de wedstrijdleider aan dat de partner van de overtreder verder moet passen. (in 18D is expliciet vastgelegd dat een onvoldoende bod doen -art. 27- een overtreding is zodat 72B1 en 72C van toepassing kunnen zijn)
- 10C De wedstrijdleider laat de LT kiezen tussen wel accepteren en niet accepteren.
- De LT accepteert.
- Het spel gaat door vanaf het onvoldoende bod en er is geen verdere rechtzetting. (art. 27A).
- De LT accepteert niet. Gevolgen:
- De overtreder moet zijn onvoldoende bod terugnemen.
- De overtreder moet een bod doen dat wel voldoende is of passen. Hij mag niet doubleren of redoubleren.
- De wedstrijdleider geeft de partner van de overtreder de opdracht op dit spel verder te passen.
- De wedstrijdleider legt uit, dat als een tegenstander het spel straks moet afspelen, er een voorspeelbeperking zou kunnen volgen (zie protocol Voorspeelbeperkingen - art. 26).
- De WL blijft aan tafel totdat de voorspeelbeperking eventueel is opgelegd EN is opgelost (dat kan het hele spelen zijn indien de partner van degene aan wie de voorspeelbeperking is opgelegd nooit aan slag komt).
- De LT accepteert.
Bieding voor de beurt
De wedstrijdleider wordt aan tafel geroepen omdat iemand voor de beurt heeft geboden.
Bij de oplossing van dit probleem volgt de wedstrijdleider de volgende stappen.
1. De wedstrijdleider overtuigt zich van de biedingen die zijn gedaan, in het bijzonder van de volgende zaken:
2. De wedstrijdleider bekijkt welke variant zich hier voordoet.
3. De wedstrijdleider vertelt de LT dat hij een keuze heeft.
- of hij kan accepteren of er volgt .... (beschrijving van de rechtzetting voor de overtredende partij).
4. De wedstrijdleider laat LT de keuze maken.
- Mogelijkheid 1.
- De LT accepteert, de arbitrage is daarmee voorbij (art. 29A)
- Mogelijkheid 2.
- De LT accepteert niet (art. 29B 30/31/32, zie onder bij niet accepteren)
- De wedstrijdleider geeft nogmaals aan wat nu de gevolgen zijn en overtuigt zich ervan dat betrokkenen de consequenties goed hebben begrepen.
- De wedstrijdleider laat nu het bieden doorgaan.
- Mocht de voorspeelbeperking van toepassing zijn dan past de wedstrijdleider die toe.
- Niet accepteren
- Als de bieding voor de beurt niet wordt geaccepteerd, gaat de gedane bieding terug in de biddingbox en de juiste persoon is aan de beurt om te bieden. Bovendien zijn er consequenties voor de overtredende partij. Welke dat zijn hangt af van de persoon die verkeerd bood en van wat hij geboden heeft. De rechtzettingen staan in onderstaand overzicht.
Voor de afhandeling van 4., mogelijkheid 2 zijn 2 zaken van belang:
"Was het een pas of een (doublet/redoublet/bod) voor de beurt" en "Wie was aan de beurt?
- Soort bieding is "pas" voor de beurt. (30) Opmerking: Indien partners bieding kunstmatig was, dan is de pas voor de beurt een bod voor de beurt, (30C, 31) .
- Soort bieding is een Bod (31), doublet of redoublet (32) voor de beurt.
- RT was aan de beurt (31A/32A)
- RT past:
- - De overtreder moet zijn bieding voor de beurt herhalen en er is verder geen rechtzetting
- RT past niet: De overtreder mag elke reglementaire bieding doen. Hierna geldt, als
- RT past:
- LT* of partner was aan de beurt (31B/32B)
- De partner van de overtreder mag elke reglementaire bieding doen. De overtreder mag elke reglementaire bieding doen. Hierna geldt dat als:
- RT was aan de beurt (31A/32A)
- Bij bovenstaand overzicht is een belangrijke bepaling van toepassing. Als de LT aan de beurt is, en de overtreder heeft eerder al een bieding gedaan is er geen sprake van een bieding voor de beurt maar van een wijziging van bieding (art. 25, zie protocol wijzigen bieding, zie ook stap 1).
Uit de verkeerde hand spelen door leider
Tijdens het spelen speelt de leider voor uit de verkeerde hand (of dat nu zijn eigen hand of die van de blinde is maakt niet uit).
1 De wedstrijdleider stelt vast dat dit spelen niet is gebeurd op advies van een tegenspeler (art.47E1).
2 De wedstrijdleider stelt vast of het spelen reeds geaccepteerd is door een tegenspeler, bijvoorbeeld door bij te spelen. In dat geval is het verkeerde voorspelen de facto geaccepteerd (art. 55A). Indien 47E1 van toepassing is en er is doorgespeeld, dan moet de WL achteraf een AS vaststellen (47E2).
3 Anders geeft de wedstrijdleider de tegenspelers de mogelijkheid om het verkeerd voorspelen te accepteren of te weigeren (art. 55A). Als de spelers een verschillende keuze maken heeft de keuze van degene links van de hand waaruit werd voorgespeeld voorrang. De spelers mogen niet overleggen.
4A Wordt er geaccepteerd, dan blijft de verkeerd voorgespeelde kaart gehandhaafd en mag de LT de volgende kaart spelen.
4B Wordt er niet geaccepteerd, dan wordt de verkeerd voorgespeelde kaart teruggenomen en moet de leider van de correcte kant voorspelen. Hij hoeft daarbij niet in dezelfde kleur voor te spelen als de kleur waarin hij uit de verkeerde hand voorspeelde!
voor de beurt voorspelen door een tegenspeler terwijl zijn partner aan slag was
Tijdens het spelen van een spel speelt een tegenspeler voor, terwijl hij niet aan slag is.
1 De wedstrijdleider stelt vast dat dit spelen niet is gebeurd op advies van de leider of de blinde (indien wel dan art. 47E1).
2 De wedstrijdleider stelt vast of het spelen inmiddels geaccepteerd is door de leider, bijvoorbeeld door bij te spelen. In dat geval is het verkeerde voorspelen de facto geaccepteerd en de arbitrage is voorbij (art. 53A), of (indien 47E1 ook van toepassing was), dan moet de WL achteraf een AS vaststellen (47E2)
3 De wedstrijdleider laat de voor de beurt voorgespeelde kaart duidelijk zichtbaar open op tafel leggen en geeft de leider de keuze uit vier mogelijkheden.
- Hij kan het voor de beurt voorspelen accepteren; dan wordt de gespeelde kaart als correct beschouwd en speelt de leider (in de hand of uit dummy, al naar gelang de situatie) de volgende kaart (art. 53A).
- Hij kan het voor de beurt voorspelen ook niet accepteren:
Er zijn dan drie mogelijkheden:
-De leider laat de partner een kaart naar keuze spelen en de voor de beurt voorgespeelde kaart wordt een grote strafkaart die bij de eerste de beste reglementaire gelegenheid moet worden bijgespeeld (art. 54D en 50D2b).
-De leider verplicht de partner in de kleur van de voor de beurt voorgespeelde kaart voor te spelen en de voor de beurt voorgespeelde kaart mag worden opgenomen (art.54D en 50D2a).
-De leider verbiedt de partner in de kleur van de voor de beurt voorgespeelde kaart voor te spelen en de voor de beurt voorgespeelde kaart mag worden opgenomen (art.54D en 50D2a). Dit verbod blijft gelden zolang de partner aan slag blijft (art. 54D en 50D2b).
4 De leider kiest; of hij accepteert en speelt zelf de volgende kaart of hij accepteert niet en de partner van de overtreder speelt een kaart conform de opdracht. Als de partner van de overtreder niet aan de rechtzetting kan voldoen, mag hij spelen wat hij wil.
5 De wedstrijdleider wacht met het verlaten van de tafel totdat de arbitrage voorbij is. Is de strafkaart opgenomen? Is het verbod tot het spelen van de kleur voorbij, doordat de partner de slag niet heeft gehaald?
Tafel protocol OI
U wordt (tijdens of achteraf) geroepen door een partij die beweerd dat er sprake is van een vorm van OI of OI-gebruikmaking.
Als u aan tafel bent geroepen checkt u de feiten meteen bij de tegenpartij (bijv. of die denkpauze er was, of die opmerking gemaakt is). Worden de feiten weersproken, dan handelt u volgens 84 (over feiten waar wel overeenstemming is) en volgens 85 (voor feiten waarover geen overeenstemming is).
Laat het voordoen hoe die kaart gehouden werd. Of hoe het biedkaartje uit de biddingbox werd gehaald. Kijk achteraf op de SK van de OP en de NOP om vast te stellen wat partijen nu echt voor afspraken hebben, en of de OP op het moment van de betwiste denkpauze met de hand een probleem heeft (zo ja, dan wordt de denkpauze waarschijnlijk).
Als u denkt te weten wat u moet weten laat u het bieden en spelen doorgaan en vraagt de NOP of ze achteraf willen dat u naar het spel kijkt (voor een eventuele AS-vaststelling).
De bepaling van de schade doet u volgens 12B1.
Tafel protocol verkeerde uitleg
U wordt (tijdens of achteraf) geroepen door een partij die beweerd dat er sprake is van verkeerde uitleg.
Als u aan tafel bent geroepen checkt u de feiten meteen bij de tegenpartij (of de uitleg verkeerd was, of die ten onrechte non-alert er was). U maakt eventueel een kopie van de SK van de OP.
Als u denkt te weten wat u moet weten laat u het bieden en spelen doorgaan en vraagt de NOP of ze achteraf willen dat u naar het spel kijkt (voor een eventuele AS-vaststelling).
De bepaling van de schade doet u volgens 12B1.
Uitkomen door de verkeerde tegenspeler
Na afloop van het bieden komt de verkeerde tegenspeler uit met de beeldzijde van de kaart naar boven (bij 2 of meer kaarten is 58B van toepassing, en als er daarna wordt gekozen voor de optie strafkaarten dan worden het beide grote strafkaarten, omdat het er meer dan 1 is (50B)).
1 De WL stelt vast dat dit spelen niet is gebeurd op advies van de leider of de blinde (indien wel dan art. 47E1).
2 De WL stelt vast of het spelen reeds 'geaccepteerd' is door de vermoedelijke leider, bijvoorbeeld door vast een of meer kaarten open te leggen. In dat geval is het verkeerde voorspelen de facto geaccepteerd en moet de vermoedelijke leider blinde worden (art. 54A). Indien 47E1 van toepassing is naast de de facto acceptatie door de leider moet de WL achteraf kijken of er geen oorzakelijk nadeel was en in dat geval eventueel een AS vaststellen volgens (47E2b , 12B1, 12C)
3 De WL stelt vast of de vermoedelijke leider al kaarten van de vermoedelijke dummy had kunnen zien. In dat geval moet de uitkomst geaccepteerd worden. (art. 54C)
4 Anders laat de WL de verkeerde uitkomst duidelijk zichtbaar open op tafel leggen en legt de WL de vermoedelijke leider uit dat die nu de keuze heeft uit 5 mogelijkheden:
1. De leider kan de verkeerde uitkomst accepteren en dan wordt de verkeerde uitkomst als correct beschouwd. Leider geeft aan dat hij zelf de leider blijft. Na het openleggen van de blinde door zijn partner speelt hij uit zijn eigen hand de tweede kaart (art. 54B1).
2. De leider kan akkoord gaan met de verkeerde uitkomst en dan wordt de verkeerde uitkomst als correct beschouwd. Hij geeft aan dat hij blinde wil worden. Maakt hij deze keuze, dan mag hij zijn kaarten open op tafel leggen en wordt hij blinde (art. 54A). Hij wordt geacht deze keuze te hebben gemaakt indien hij zijn kaarten (deels) neer heeft gelegd
3. De leider kan ook de verkeerde uitkomst niet accepteren; de partner van de overtreder moet in de kleur van de verkeerde uitkomst zelf uitkomen en de verkeerde uitkomst mag worden opgenomen (art. 54D en 50D2a).
4. De leider kan ook de verkeerde uitkomst niet accepteren; de partner van de overtreder mag niet in de kleur van de verkeerde uitkomst voorspelen en de verkeerde uitkomst mag worden opgenomen. Dit verbod blijft gelden zolang de partner aan slag blijft (art. 54D en 50D2a).
5. De leider kan ook de verkeerde uitkomst niet accepteren; de partner van de overtreder mag een kaart naar keuze spelen en de verkeerde uitkomst wordt/blijft een strafkaart (art. 54D en 50D2b). Komt partner later opnieuw aan slag (dat kan al in de volgende slag zijn) dan mag de leider opnieuw kiezen
5 Nu pas, na deze uitleg volledig is gegeven, laat de WL de vermoedelijke leider kiezen en de vermoedelijke leider kiest:
- of hij wordt blinde
- of hij accepteert de uitkomst, laat de blinde openleggen en speelt de volgende kaart uit zijn eigen hand
- of hij accepteert niet en de partner van de overtreder speelt een kaart conform de opdracht. Als de partner van de overtreder niet aan de rechtzetting kan voldoen, mag hij spelen wat hij wil.
6 De WL wacht met het verlaten van de tafel totdat de arbitrage voorbij is en dat is die wanneer de strafkaart(en) zijn opgelost of (bij het verbod een kleur te spelen) partner niet langer aan slag is. De WL tracht te verhinderen dat er a.g.v. de strafkaart of voorspeelbeperking nieuwe overtredingen ontstaan.
Verzaking
Welk geval?
De wedstrijdleider wordt geroepen omdat er verzaakt zou zijn.
1. De wedstrijdleider laat degene die hem riep zijn verhaal doen. (Maar let hierbij op dat als de blinde (als de blinde op zijn initiatief een andere hand heeft ingezien) niet de aandacht op de verzaking heeft mogen vaststellen, want dan is de verzaking meteen voldongen in geval van verzaking door leider (43B2b). Als de blinde niet een andere hand heeft ingezien dan is 42B1 van toepassing indien de blinde bij de leider nagevraagd heeft, en als de blinde attendeert op een verzaking van tegenstanders is 43B1 aan de orde.)
2. De wedstrijdleider laat de tegenpartij reageren.
3. De wedstrijdleider overtuigt zich van het feit of er wel of niet verzaakt is.
4. De wedstrijdleider bekijkt of en hoeveel kaarten er gespeeld zijn nadat er een kaart is gespeeld waarmee is verzaakt (art. 63).
Geval A: na de verzaking heeft de partij waarvan een van de spelers heeft verzaakt nog geen kaart gespeeld in een volgende slag (of iets vergelijkbaars gedaan).
5A De wedstrijdleider laat de verzaking herstellen volgens het schema hieronder.
Geval B: na de verzaking heeft de partij waarvan een speler heeft verzaakt al wel een kaart gespeeld in een volgende slag (of iets vergelijkbaars gedaan).
5B De wedstrijdleider behandelt de voldongen verzaking volgens het schema.
Een verzaking herstellen (art. 62)
1 Als er al door de niet-overtredende partij is voorgespeeld in de volgende slag, wordt die kaart zonder verdere rechtzetting teruggenomen.
2 Als de slag waarin verzaakt is al dicht lag, wordt deze slag helemaal opengelegd.
3 De wedstrijdleider laat de speler die verzaakt heeft een reglementaire kaart bijspelen.
- Als verzaakt is door leider of blinde, wordt de kaart waarmee is verzaakt zonder verdere rechtzetting opgenomen.
- Als verzaakt is door een tegenspeler, wordt de kaart waarmee verzaakt is een grote strafkaart.
4 De wedstrijdleider geeft een speler van de niet-overtredende partij die na de verzaking een kaart heeft gespeeld de mogelijkheid deze kaart zonder verdere rechtzetting op te nemen, daarbij wordt gewezen op het volgende punt.
5 Als de speler van het recht zijn kaart terug te nemen gebruik maakt, mag ook de partner van de verzaker, als hij daarna een kaart gespeeld had, zijn kaart vervangen. Als hij tegenspeler is, wordt ook zijn kaart dan een grote strafkaart.
6 Mochten er nu strafkaarten liggen dan volgt het protocol van de strafkaarten.
7 De wedstrijdleider verlaat de tafel pas als alle strafkaarten van tafel verdwenen zijn.
Een voldongen verzaking rechtzetten (Automatische strafslagen, art. 64A)
- De termijn waarin het recht op automatische strafslagen kan worden geëist, eindigt met een bieding van de NOP (63A4 64B4) in het volgende spel of met het einde van een ronde. Als de NOP later erachter komt dat er verzaakt is, of indien ze later vindt dat ze niet voldoende schadeloos gesteld is door toepassing van 64A, dan geldt eventueel wel 64C1 (zie 64B aanhef).
- Er worden geen strafslagen toegekend voor onterecht niet bijgespeelde open liggende kaarten (van de dummy, of strafkaarten van tegenspelers – 64B3).
- Een verzaking in de 12e slag moet worden hersteld (62D1).
- Indien beide partijen verzaken in dezelfde slag en slechts 1 partij heeft gespeeld in de volgende slag, dan moeten beide verzakingen worden hersteld (62C3).
1 Voordat de spelers (eventueel) doorgaan met spelen wordt uitgelegd hoeveel slagen er overdragen gaan worden. Gebruik hierbij regelmatig de constructie als/dan: als de overtredende partij nu nog een slag maakt, dan ... , als zij dat niet doen dan ... Dit is nodig, omdat spelers het recht hebben te weten hoeveel slagen ze nog nodig hebben om het spel te maken c.q. down te spelen.
2 De wedstrijdleider laat nu het spel doorspelen. De kaarten moeten na afloop blijven liggen in de volgorde waarin ze gespeeld zijn.
3 De slagen die moeten worden overgedragen worden bepaald, te beginnen met de slag waarin verzaakt is:
Heeft de overtredende partij geen slag gehaald: er wordt geen slag overgedragen.
Heeft de overtredende partij één slag van en met de verzaakslag gehaald: er wordt één slag overgedragen.
Heeft de overtredende partij twee of meer slagen van en met de verzaakslag gehaald
Heeft de overtreder de slag waarin hij verzaakte gemaakt? Er worden twee slagen overgedragen.
Heeft de overtreder de slag waarin hij verzaakte niet gemaakt? Er wordt één slag overgedragen.
Is de NOP onvoldoende schadeloos gesteld door het aantal strafslagen, dan past de WL 64C1 toe.
Ook kan het zijn dat een verzaking te laat wordt opgemerkt, en eventueel zelfs pas achteraf wordt gemeld. De termijn voor het toekennen van automatische strafslagen is dan voorbij, maar de WL is nog steeds verantwoordelijk voor de juiste gang van zaken en kan via 64C1 alsnog een aanpassing doen. Hij moet zich echter wel laten leiden door feiten die door beide partijen worden aangegeven.
Tafelprotocollen waar in andere protocollen naar verwezen kan worden
Strafkaart
Een speler laat tijdens het spelen een kaart zien, of heeft nog een kaart liggen die tijdens het bieden is opengevallen.
1 De wedstrijdleider stelt vast of de speler met een open kaart leider, blinde of tegenspeler is.
2 Leider of blinde mogen de kaart zonder verdere rechtzetting opnemen (art. 48A).
3 Een tegenspeler legt de kaart duidelijk zichtbaar open voor zich op tafel (art. 50A).
4 De wedstrijdleider beslist of de strafkaart groot of klein is (art. 50B).
De wedstrijdleider beslist dat het een grote strafkaart is.
5 De wedstrijdleider vertelt dat de kaart bij de eerste reglementaire gelegenheid moet worden gespeeld: bijgespeeld, voorgespeeld of afgegooid (art. 50D1).
6 De wedstrijdleider vertelt dat er een voorspeelbeperking komt, als de partner van de overtreder aan slag komt op een moment dat de strafkaart nog open op tafel ligt (art. 50D2).
7 De wedstrijdleider laat het spelen doorgaan.
8 Wordt de strafkaart gespeeld, voordat de partner aan slag is geweest, dan is de arbitrage beëindigd.
9 Komt de partner aan slag, terwijl de strafkaart op tafel ligt, dan laat de wedstrijdleider de partner niet voorspelen, voordat de leider zijn keuze heeft gemaakt.
10 De wedstrijdleider geeft de leider de keuze uit drie mogelijkheden.
- De partner mag een kaart naar keuze spelen en de strafkaart blijft een strafkaart (art. 50D2b).
- De partner moet in de kleur van de strafkaart voorspelen en de strafkaart mag worden opgenomen (art. 50D2a).
- De partner mag niet in de kleur van de strafkaart voorspelen en de strafkaart mag worden opgenomen. Dit verbod blijft gelden zo lang de partner aan slag blijft (art. 50D2a) .
11 De leider kiest en de partner van de overtreder speelt een kaart conform de opdracht. Als de partner van de overtreder niet aan de rechtzetting kan voldoen, mag hij spelen wat hij wil (art.59).
12 De wedstrijdleider wacht met het verlaten van de tafel totdat de arbitrage voorbij is, d.w.z. dat de strafkaart is opgelost en eventuele voorspeelbeperkingen zijn uitgevoerd.
De wedstrijdleider beslist dat het een kleine strafkaart is.
5 De wedstrijdleider vertelt dat de kaart moet worden gespeeld als de speler die in het bezit is van de kleine strafkaart een lage kaart in die kleur wil spelen. (art. 50C).
6 De wedstrijdleider laat het spelen doorgaan.
Voor alle soorten strafkaart geldt: de WL blijft aan tafel totdat de voorspeelbeperking en/of strafkaart is opgelost.
Voorspeelbeperkingen
Naar dit protocol wordt mogelijk vanuit 9C, 27B2, 27B3, 30B1ii, 31A2b, 31B2, 32A2b, 36B3, 36B4, 37B2, 38D, 39C verwezen.
A. Er zijn geen voorspeelbeperkingen in de situatie wanneer een bieding van een in overtreding zijnde speler ingetrokken wordt, en vervangen wordt door een vergelijkbare bieding (zie artikel 23A): dan zijn er voor zijn partner geen voorspeelbeperkingen. Artikel 16C is niet van toepassing maar zie artikel 23C.
B. Er zijn wel voorspeelbeperkingen wanneer een bieding van een in overtreding zijnde speler
- ingetrokken wordt (Let op: dat kan een pas zijn als de pas een kleur aanduidt, zie 30C en vervolgens 31) en
- die bieding niet vervangen wordt door een vergelijkbare bieding en
- hij tegenspeler wordt
dan mag de leider bij de eerste keer dat de partner van de overtreder moet voorspelen (dat kan de uitkomst zijn), de partner van de overtreder verbieden één kleur voor te spelen die niet aangeduid werd door de overtreder in het reglementaire bieden.
(Let op: als een kleur eerder of later wel werd aangeduid door de overtreder kan die kleur niet verboden worden, maar een kleur die aangeduid werd door de partner van de overtreder terwijl de ingetrokken bieding ook die kleur was, kan wel worden verboden).
Een dergelijk verbod blijft van kracht zolang de partner van de overtreder aan slag blijft. De WL moet aan tafel aanwezig blijven totdat de voorspeelbeperking opgelost is!)